Waarom virologen zenuwachtig worden van de vogelgriep

En hoewel veel eenden en ganzen een infectie met het virus lijken te kunnen overleven, zijn andere soorten vogels veel kwetsbaarder. H5N1 is bijvoorbeeld bijzonder dodelijk voor kippen: hun hoofden zwellen op, ze hebben moeite met ademhalen en ze krijgen extreme diarree. Zeevogels zoals papegaaiduikers en zeekoeten lijken bijzonder gevoelig voor het virus, al is niet duidelijk waarom. De afgelopen jaren hebben we de ergste uitbraak van vogelgriep onder vogels gezien. Miljoenen gekweekte vogels stierven, en een onbekend aantal wilde vogels – in ieder geval tienduizenden – bezweken ook. “We hebben geen idee hoeveel er zojuist in zee zijn gevallen en nooit meer zijn gezien”, zegt Peacock.

Het is alarmerend dat dieren die op geïnfecteerde vogels jagen en vangen, ook het virus hebben opgelopen. De lijst met getroffen zoogdieren omvat beren, vossen, stinkdieren, otters, dolfijnen, walvissen, zeeleeuwen en vele anderen. Sommige van deze dieren lijken het virus over te kunnen dragen op andere leden van hun soort. In 2022 verspreidde een uitbraak van H5N1-zeeleeuwen, die in Chili begon, zich naar Argentinië en uiteindelijk naar Uruguay en Brazilië. Minstens 30.000 stierven. De zeeleeuwen hebben het virus mogelijk ook overgedragen op nabijgelegen zeeolifanten in Argentinië, waarvan er ongeveer 17.000 aan het virus zijn bezweken.

Dit is slecht nieuws – niet alleen voor besmette dieren, maar ook voor mensen. Het is niet meer alleen maar vogelgriep. En wanneer het virus zich naar andere zoogdieren kan verspreiden, is het een stap dichter bij de mogelijkheid om zich naar mensen te verspreiden. Dit is zelfs nog waarschijnlijker wanneer het virus zich verspreidt naar een dier waarmee mensen veel tijd doorbrengen.

Mede daarom is de verspreiding van het virus onder melkvee zo zorgwekkend. De vorm van het virus dat circuleert bij koeien wijkt enigszins af van de vorm die circuleert bij trekvogels, zegt Lakdawala. Door mutaties in dit virus kon het zich waarschijnlijk gemakkelijker onder dieren verspreiden.

Er zijn aanwijzingen dat het virus wordt verspreid via het gebruik van gedeelde melkmachines binnen veestapels. Geïnfecteerde melk kan apparatuur besmetten, waardoor het virus de uier van een andere koe kan infecteren. Het virus verspreidt zich ook tussen kuddes, mogelijk door mee te rijden op mensen die op meerdere boerderijen werken, of via andere dieren, of mogelijk door druppeltjes in de lucht.