Vernor Vinge, de invloedrijke sciencefictionschrijver die waarschuwde voor de ‘singulariteit’ van kunstmatige intelligentie, is overleden

Vernor Vinge, een productief sciencefictionschrijver, professor en een van de eerste prominente denkers die de concepten van de ‘technologische singulariteit’ en cyberspace conceptualiseerden, is op 79-jarige leeftijd overleden. Het nieuws over zijn overlijden op 20 maart werd bevestigd via een Facebook-bericht van auteur en vriend David Brin, daarbij verwijzend naar complicaties als gevolg van de ziekte van Parkinson.

“Vernor verrukte miljoenen met verhalen over een plausibele toekomst, des te levendiger gemaakt door zijn polymathische beheersing van taal, drama, karakters en de implicaties van de wetenschap”, schrijft Breen.

Auteur van wetenschappelijke klassiekers, winnaar van de Hugo Award Vuur in de diepte En Het einde van de regenboogVinge doceerde ook wiskunde en informatica aan de San Diego State University voordat hij in 2000 met pensioen ging om zich op zijn schrijven te concentreren. In zijn beroemde tekst uit 1983 paste Vinge het natuurkundige concept van de ‘singulariteit’ aan om een ​​moment in de technologische vooruitgang van de mensheid te beschrijven dat ‘een intellectuele overgang markeert die even ondoordringbaar is als de verknoopte ruimte-tijd in het centrum van een zwart gat’ wanneer ‘de wereld zal ons begrip ver te boven gaan.” De singulariteit, zo veronderstelde Vinge, zou waarschijnlijk het gevolg zijn van de creatie van kunstmatige-intelligentiesystemen die de evolutionaire capaciteiten van de mensheid te boven gaan. Hoe het leven op aarde zich vanaf daar verder ontwikkelde, was een raadsel – iets wat veel door Vinge geïnspireerde schrijvers sindsdien hebben geprobeerd.

[Related: What happens if AI grows smarter than humans? The answer worries scientists.]

John Scalzi, bestsellerauteur van sciencefiction De oorlog van de oude man serie, schreef donderdag in een blogpost dat Vinge’s singulariteitstheorie nu zo alomtegenwoordig is in sciencefiction en de technologie-industrie dat het “niet het gevoel heeft dat het een voorouder had en gewoon op de achtergrond bestond.”

‘Het is iets geweldigs om een ​​bijdrage te hebben geleverd aan de wereld’, vervolgde hij.

In veel opzichten zijn de visies van Vinge vrijwel hetzelfde jaar ondubbelzinnig gerealiseerd, zoals blijkt uit de recente, snelle vooruitgang binnen de kunstmatige-intelligentie-industrie, waarvan de leiders openlijk dank verschuldigd zijn aan zijn werk. In een essay uit 1993 waarin het singulariteitsconcept verder werd uitgelegd, voorspelde Vinge dat “we binnen dertig jaar de technologische middelen zullen hebben om bovenmenselijke intelligentie te creëren”, waarbij hij dat moment vergeleek met “de opkomst van het menselijk leven op aarde”.

‘Kort daarna zal het menselijke tijdperk eindigen’, voorspelde Vinge destijds op dramatische wijze.
Veel critici hebben sindsdien (vaak overtuigend) betoogd dat het creëren van echte kunstmatige algemene intelligentie nog steeds ongrijpbaar, zo niet ronduit onmogelijk is. Maar zelfs toen leek Vinge perfect in staat zich een duizelingwekkende, niet-singuliere toekomst voor te stellen: de mensheid zal misschien nooit de bewuste AI kunnen evenaren, maar ze worstelt zeker al met ‘een overvloed aan technische rijkdom die nooit goed is geabsorbeerd’.