Van Meta CTO tot investeerder in klimaattechnologie: Mike Schroepfer op zijn hoogtepunt

We zijn hier om te bewijzen dat als je de juiste klimaattechnologiebedrijven met de juiste oprichters kiest, het een geweldig bedrijf kan zijn. Ze ontwrichten een miljardenindustrie, dus daar zou je een goed rendement op moeten kunnen behalen. En dat is wat er nodig is om een ​​aantal mensen hun chequeboekjes te laten openen en daadwerkelijk de biljoenen dollars uit te geven die we jaarlijks nodig hebben om deze problemen op te lossen.

Daarom zijn we op zoek naar bedrijven met – we noemen het gekscherend ook wel eens een ‘groene korting’.

Deze trends zijn goederentreinen die heuvelafwaarts rollen en het is behoorlijk moeilijk om ze te stoppen.

Mike Schroepfer

Zoals: ‘Hé, dit is een beter product. [whispers] Anders is het beter voor het milieu.Soort kleine sterretjes als je de kleine lettertjes onderaan leest.

Het uitgangspunt is dat de consument het wil omdat het veel voordelen biedt; het bedrijf wil het omdat het goedkoper is. Het is het verkoopargument van alle producten die we ondersteunen. En dan is het ook nog eens veel minder koolstof, of nul koolstof, vergeleken met elk alternatief dat het vervangt.

Jouw vermelding van de groene korting doet me denken aan de groene premie van Bill Gates (mede-oprichter van Microsoft stelling dat grote investeringen in klimaattechnologie nodig zijn om de kostenpremie ten opzichte van producten die in de loop van de tijd vervuilen te verminderen). Er zijn producten, zoals groen staal en groen cement, waarbij de alternatieven duurder zijn. Betekent dit dat je niet in die gebieden investeert, of zou je dat gewoon willen doen in de hoop dat ze er uiteindelijk in slagen die kosten te verlagen?

Technologie heeft tijd nodig om te broeden, dus geen enkele nieuwe technologie is beter, sneller of goedkoper. Maar in de levenscyclus van een bedrijf, over vijf tot tien jaar, moet ik geloven dat je op grote schaal kostenconcurrerend kunt zijn of een kostenvoordeel kunt hebben ten opzichte van de alternatieven. Dat betekent dus dat we, ja, alleen investeren in dingen waarvan we denken dat ze concurrerend kunnen zijn op prijsgebied of dat ze een ander gemeenschappelijk besluitvormingsvoordeel hebben.

Daarom heb ik filantropisch werk heel duidelijk gescheiden: “Ik krijg hier niets van; we gaan geld sturen en hopelijk een publiek goed creëren, papieren, kennis.”

En het durffonds is: ‘Nee, dit is een kapitalistische poging om mensen te bewijzen dat als je verstandig de juiste oplossingen kiest, je geld kunt verdienen en een koolstofarme economie kunt financieren.’