Meer Keniaanse politie gaat geweld in Haïti bestrijden | In Foto’s Nieuws

Nog eens 200 Keniaanse politieagenten zijn in Haïti aangekomen als onderdeel van een door de Verenigde Naties gesteunde missie om te proberen het ongebreidelde bendegeweld in het onrustige Caribische land te onderdrukken.

De nieuwe batch die dinsdag arriveerde, brengt in totaal 400 Keniaanse laarzen op de grond in de door geweld geteisterde hoofdstad Port-au-Prince, aldus Haïtiaanse bronnen.

Het Keniaanse contingent van wat een multinationale missie zal worden, heeft te maken gehad met voortdurende juridische uitdagingen in Nairobi, waar de omstreden president William Ruto tegelijkertijd de sluimerende anti-regeringsprotesten in eigen land probeert te onderdrukken.

Er wordt verwacht dat er de komende weken en maanden nog meer Kenianen zullen arriveren, samen met politie en soldaten uit de Bahama’s, Bangladesh, Barbados, Benin, Tsjaad en Jamaica, voor een totaal van 2.500.

De inzet werd in oktober goedgekeurd door een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, maar werd uitgesteld door een uitspraak van de Keniaanse rechtbank in januari die deze ongrondwettelijk verklaarde.

De rechtbank zei dat de regering Ruto niet de bevoegdheid heeft om ambtenaren naar het buitenland te sturen zonder voorafgaande bilaterale overeenkomst.

Terwijl de regering dat akkoord met Haïti in maart tot stand bracht, spande een kleine oppositiepartij, Thirdway Alliance Kenya, een rechtszaak aan in een nieuwe poging het akkoord te blokkeren.

De Verenigde Staten zochten gretig naar een land dat de missie zou leiden en financiering en logistieke steun zou bieden.

President Joe Biden heeft met kracht geweigerd om Amerikaanse laarzen op de grond te zetten in Haïti.

Human Rights Watch heeft zorgen geuit over de missie in Haïti en twijfels over de financiering ervan, terwijl waakhonden de Keniaanse politie herhaaldelijk hebben beschuldigd van het gebruik van buitensporig geweld en het plegen van onwettige moordpartijen.

Haïti wordt al lange tijd geteisterd door bendegeweld, maar de omstandigheden verslechterden eind februari toen gewapende groepen gecoördineerde aanvallen lanceerden in Port-au-Prince en zeiden dat ze de toenmalige premier Ariel Henry wilden afzetten.

Het geweld in Port-au-Prince heeft de voedselzekerheid en de toegang tot humanitaire hulp aangetast, waarbij een groot deel van de stad in handen is van bendes die worden beschuldigd van misbruik, waaronder moord, verkrachting, diefstal en ontvoering.