Israëlische troepen hebben een van de grootste woontorens in Rafah in de zuidelijke Gazastrook getroffen, zeiden bewoners, waardoor de druk op het laatste nog niet binnengevallen gebied van de enclave, waar meer dan een miljoen ontheemde Palestijnen wonen, werd opgevoerd.
Het twaalf verdiepingen tellende Burj al-Masri-gebouw, gelegen op zo’n 500 meter van de grens met Egypte, werd zaterdagochtend vroeg beschadigd bij een luchtaanval.
Tientallen gezinnen raakten dakloos, hoewel er volgens bewoners geen slachtoffers vielen. Het Israëlische leger reageerde niet onmiddellijk op verzoeken om commentaar op het incident.
Een van de 300 bewoners van de toren vertelde aan persbureau Reuters dat Israël hen een waarschuwing van 30 minuten had gegeven om ‘s nachts het gebouw te ontvluchten.
“Mensen schrokken, renden de trap af, sommigen vielen, er ontstond chaos. Mensen lieten hun bezittingen en geld achter”, zei Mohammad al-Nabrees, eraan toevoegend dat de zwangere vrouw van een vriend een van degenen was die tijdens de paniekerige evacuatie de trap af strompelde.
Een functionaris van de in Rafah gevestigde Fatah-partij, die de Palestijnse Autoriteit domineert, die een beperkt zelfbestuur heeft op de bezette Westelijke Jordaanoever, zei dat hij vreesde dat de aanval op de Rafah-toren een teken was van een aanstaande Israëlische invasie.
Vijf maanden na de meedogenloze lucht- en grondaanval van Israël op Gaza zeggen de gezondheidsautoriteiten dat bijna 31.000 Palestijnen zijn gedood, ruim 72.500 gewond en dat duizenden waarschijnlijk onder het puin zullen worden begraven.
Het offensief heeft het Palestijnse gebied, dat al aan het wankelen is na een 17 jaar durende Israëlische blokkade, in een humanitaire ramp gestort. Een groot deel ervan is tot puin herleid en de meeste van de 2,3 miljoen inwoners zijn ontheemd geraakt, nadat de Verenigde Naties hebben gewaarschuwd voor ziekte en hongersnood.