Interview met Hannah Ritchie: ‘Eco-angst op zichzelf is niet zo nuttig’

Standaardafbeelding van de nieuwe wetenschapper

Met constante krantenkoppen over overstromingen, branden en recordtemperaturen is het niet verrassend dat veel mensen denken dat onze huidige generatie de planeet in een slechtere situatie zal achterlaten dan toen we haar erfden. Maar is deze overtuiging waar? Hannah Ritchie denkt van niet. Ze is voorzichtig optimistisch dat wij wellicht de eerste generatie zullen zijn die het milieu in een betere staat zal doorgeven dan waarin we het hebben aangetroffen.

Ze kwam tot deze contra-intuïtieve conclusie na tien jaar onderzoek in het ecologische archief als datawetenschapper aan de Universiteit van Oxford en hoofdonderzoeker voor de invloedrijke online publicatie Our World in Data. In haar nieuwe boek Het is niet het einde van de wereldRitchie presenteert grafieken die de positieve stappen laten zien die we al hebben gezet om ons gedrag te veranderen en de klimaatverandering te verzachten, van het verminderen van ons steenkoolgebruik tot het verkleinen van onze ecologische voetafdruk. Ze praat met Nieuwe wetenschapper over haar groeiende overtuiging dat we de milieuproblemen in de wereld kunnen oplossen en benadrukt enkele belangrijke trends die haar hoop geven dat we de zaken kunnen veranderen.

Alison George: Ik spreek jullie op de dag dat werd aangekondigd dat de online zoekopdrachten naar ‘ecologische angst’ dramatisch zijn toegenomen. U bestudeert echter milieutrends op de lange termijn en bent enigszins optimistisch.

Hannah Ritchie: Ik heb nog steeds angst en zorgen, maar ik denk dat het nu gepaard gaat met een gevoel van optimisme dat we dingen kunnen veranderen. Angst is volkomen terecht en ik begrijp waarom mensen het voelen. Ik voel het. Maar dat gevoel is op zichzelf niet zo nuttig. Je moet het gevoel combineren…