11 januari 2024
Het hoogste gerechtshof van de VN begint de genocidezaak in Gaza te behandelen die door Zuid-Afrika is aangespannen
Het Internationale Gerechtshof (ICJ) is begonnen met het horen van de argumenten van Zuid-Afrika in een zaak waarin Israël wordt beschuldigd van het plegen van genocide in de Gazastrook, terwijl het een offensief uitvoerde tegen Hamas-militanten op Palestijns grondgebied.
De rechtbank zal vrijdag het antwoord van Israël op de beschuldigingen horen.
Zuid-Afrika was het eerste land dat een onmiddellijke stopzetting van de Israëlische militaire campagne in Gaza eiste, en een besluit over de beschuldigingen van genocide zal waarschijnlijk nog jaren op zich laten wachten.
In hun openingstoespraak zeiden Zuid-Afrikaanse vertegenwoordigers dat de aanvallen van 7 oktober door Hamas-militanten in het zuiden van Israël, waarbij meer dan 1.100 Israëli’s, voornamelijk burgers, omkwamen en meerdere wreedheden werden begaan, geen rechtvaardiging vormden voor de huidige acties van Israël.
Ze zeiden dat op zijn minst enkele van de daden van Israëlische strijdkrachten in Gaza in strijd waren met de VN-Genocideconventie, en dat deze daden niet als een passend antwoord op de aanslagen van 7 oktober konden worden beschouwd.
“Geen enkele gewapende aanval op nationaal grondgebied, hoe ernstig ook… kan enige rechtvaardiging of verdediging bieden voor een schending van het verdrag”, aldus Ronald Lamola, de Zuid-Afrikaanse minister van Justitie.
De Zuid-Afrikaanse vertegenwoordigers zeiden onder meer dat de omvang van de bombardementen door Israël ongeëvenaard is en dat Israël de Gazastrook vrijwel onbewoonbaar heeft gemaakt.
De hoorzitting werd gevolgd door protesten van beide kanten in de zaak.
Israël heeft de beschuldigingen van genocide afgedaan als ongegrond en beschuldigde Pretoria ervan “advocaat van de duivel” te spelen voor Hamas, dat onder andere Israël, de VS, de EU en Duitsland als een terroristische organisatie beschouwen.