De ministers van Financiën van de G20-landen zijn overeengekomen om te werken aan een effectieve belastingheffing op de superrijken, zo blijkt uit een verklaring die vrijdag werd aangenomen na een bijeenkomst in Rio de Janeiro.
“Met volledig respect voor de belastingsoevereiniteit zullen we proberen samen te werken om ervoor te zorgen dat zeer vermogende particulieren effectief worden belast”, aldus de verklaring.
“Ongelijkheid in rijkdom en inkomen ondermijnt de economische groei en sociale cohesie en verergert de sociale kwetsbaarheid”, voegde het eraan toe.
De gevoelige kwestie van het hard optreden tegen belastingontduikers van miljardairs domineerde de tweedaagse bijeenkomst in de Braziliaanse stad waar in november de G20-top zal plaatsvinden.
Het hoofd van het Internationale Monetaire Fonds, Kristalina Georgieva, verwelkomde het standpunt van de G20 over ‘fiscale eerlijkheid’ en noemde het besluit om samen te werken bij het belasten van de ultrarijken ‘tijdig en welkom’.
Wie zit er achter het initiatief?
Het initiatief is een topprioriteit voor de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva, die dit jaar voorzitter is van de groepering van ‘s werelds grootste economieën.
Lula had gehoopt op een minimumbelasting van 2% voor de rijke elite, maar de slotverklaring vertegenwoordigt een compromis over een kwestie die de lidstaten verdeeld heeft.
Volgens een rapport in opdracht van Brazilië door de Franse econoom Gabriel Zucman betalen miljardairs momenteel 0,3% van hun vermogen aan belasting.
Een belasting van 2% zou jaarlijks wereldwijd tussen de 200 miljard (€184 miljard) en $250 miljard (€230 miljard) opleveren van ongeveer 3.000 individuen. Het geld zou volgens het rapport kunnen worden gebruikt om openbare diensten zoals onderwijs en gezondheidszorg te financieren, evenals de strijd tegen de klimaatverandering.
De G20 is verdeeld over de kwestie
De Verenigde Staten en Duitsland verwierpen echter de noodzaak van een mondiaal akkoord over de belastingheffing van miljardairs, een initiatief dat werd gesteund door Frankrijk, Spanje, Zuid-Afrika, Colombia en de Afrikaanse Unie.
Hoewel er in de slotverklaring geen overeenstemming kon worden bereikt over een specifieke mondiale belasting, noemde de Braziliaanse minister van Financiën Fernando Haddad dit een “belangrijke stap voorwaarts”.
“We waren altijd optimistisch over dit resultaat, maar het overtrof echt onze aanvankelijke verwachtingen”, vertelde Haddad aan verslaggevers.
Hij zei dat “het vanuit moreel oogpunt belangrijk is dat de twintig rijkste landen van mening zijn dat we een probleem hebben, namelijk dat we een progressieve belastingheffing op de armen hebben, en niet op de rijken”.
dh/sri (AP, AFP)