Fossielen uit het Jura laten zien dat moderne zoogdieren sneller groeien dan oude

Crusatodon kirtlingtonensiseen klein zoogdier dat leefde tijdens de Jura-periode

Maija Karal

Tijdens het midden van het Jura leefden kleine zoogdieren veel langer dan hun moderne tegenhangers, en brachten jaren door in plaats van de weken waar hun ouders voor zorgden. Dit suggereert dat de kleine zoogdieren op een gegeven moment een significante verandering ondergingen in hoe snel ze groeiden – maar het is niet duidelijk wat de oorzaak hiervan is.

De vondst is gebaseerd op twee gefossiliseerde skeletten van een uitgestorven wezen ter grootte van een muis, de zogenaamde Crusatodon kirtlingtonensis, die ongeveer 166 miljoen jaar geleden op het eiland Skye in Schotland leefde. De fossielen werden tientallen jaren na elkaar ontdekt: de eerste in de jaren zeventig en de tweede in 2016.

Samen zijn ze een zeldzame vondst: twee fossielen van dezelfde soort, één volwassene en één juveniel. Het onderzoeksteam kon de monsters vergelijken om te zien hoe de dieren groeiden en zich ontwikkelden. “Het betekende dat we met slechts één exemplaar vragen konden gaan stellen waar we niet van hadden kunnen dromen”, zegt Elsa Panciroli van het National Museum of Scotland.

Ten eerste gebruikten de wetenschappers röntgenfoto’s om de jaarringen in de tanden van de monsters te tellen, die, net als ringen in een boomstam, kunnen worden gebruikt om de leeftijd te schatten. Ze ontdekten dat het volwassen exemplaar ongeveer 7 jaar oud is en dat het juveniel tussen de 7 maanden en 2 jaar oud is.

Omdat het kind nog melktanden had, verwachtte Panciroli dat het jonge fossiel veel jonger zou zijn. “Dat was nogal verrassend, want dit dier is ongeveer zo groot als een eekhoorn of een spitsmuis”, zegt Panciroli. “We zouden verwachten dat ze hun tanden veel eerder zouden vervangen – binnen weken of maanden. We wisten dus meteen dat het heel anders moet zijn gegroeid [than modern species].”

De bevinding suggereert K. kirtlingtonensis het duurde wel twee jaar om van zijn moeder af te komen, een aanzienlijke sprong vergeleken met de paar weken die de meeste moderne kleine zoogdieren nodig hebben. Uit analyse van de lengte en grootte van de botten van het fossiel bleek dat de dieren “ook hun hele leven groeiden”, zegt Panciroli. Tegenwoordig groeien kleine zoogdieren, zoals muizen, snel als ze jong zijn, maar stoppen ze als ze volwassen zijn.


Wanneer en waarom kleine zoogdieren deze ontwikkelingsverschuiving hebben ervaren, is niet duidelijk. Panciroli zegt dat dit te maken kan hebben met veranderingen in de omgeving of met het feit dat zoogdieren warmer bloed en een snellere stofwisseling ontwikkelen.

Panciroli’s team keert elk jaar terug naar het eiland Skye en ze is optimistisch dat ze deze verandering beter zal kunnen begrijpen. ‘Hopelijk zullen we de komende jaren meer fossielen of nieuwe methoden vinden om die vragen te stellen’, zegt ze.

Onderwerpen: