De politie vuurde traangas af op demonstranten die in de Keniaanse hoofdstad opriepen tot het aftreden van de president nadat de nieuwe regering was beëdigd.
Protesten in Nairobi werden donderdag georganiseerd door activisten die boos waren op president William Ruto, zelfs nadat hij bijna al zijn ministers had ontslagen en oppositieleden had toegevoegd aan wat hij een “brede” regering noemde.
Bedrijven in de stad waren grotendeels gesloten en voertuigen voor openbaar vervoer bleven buiten het centrale zakendistrict waar ze normaal gesproken actief zijn.
De politie heeft ook wegversperringen opgezet op de wegen die naar de stad leiden. Ook het kantoor van de president, waar donderdagochtend de nieuwe ministers werden beëdigd, bleef afgezet.
Grote steden, waaronder de stad Kisumu aan het meer – een bolwerk van de oppositie waar eerder protesten plaatsvonden – bleven kalm, waarbij sommige inwoners de verslaggevers vertelden dat ze niet protesteerden omdat oppositiefiguren in de nieuwe regering waren opgenomen.
Maatschappelijke organisaties, samen met de Law Society of Kenya, riepen in een gezamenlijke verklaring op tot respect voor de mensenrechten tijdens de demonstraties en drongen er bij de politie op aan af te zien van het inzetten van politie in burger en het gebruik van ongemarkeerde voertuigen.
De protesten in Kenia begonnen op 18 juni met een eerste oproep aan wetgevers om tegen een controversiële financieringswet te stemmen die de belastingen zou hebben verhoogd vanwege de hoge kosten van levensonderhoud.
Op 25 juni bestormden demonstranten het parlement nadat wetgevers vóór het wetsvoorstel hadden gestemd. Volgens de Keniaanse Nationale Mensenrechtencommissie zijn sinds het begin van de demonstraties meer dan vijftig mensen om het leven gekomen.
President Ruto weigerde het wetsvoorstel te ondertekenen en stuurde het terug naar het parlement met de mededeling dat hij “Kenianen had gehoord die niets met het wetsvoorstel te maken wilden hebben”. Hij waarschuwde echter dat er gevolgen zouden zijn voor de inkomsten en uitgaven.
De protesten gingen door met oproepen aan de president om af te treden vanwege wanbeheer, corruptie, incompetentie in zijn kabinet en gebrek aan verantwoordingsplicht. Ruto ontsloeg op één na alle ministers, maar de protesten hielden niet op.