De partner van de Nederlandse verkrachter Steven van de Velde verdedigt met kracht de Olympische selectie

De partner van Steven van de Velde, de Nederlandse Olympiër die op de Spelen van Parijs mocht meedoen aan beachvolleybal ondanks de verkrachting van een 12-jarig Brits meisje, omschrijft hem als “als een tweede vader voor mij”.

Omdat de aandacht voor Van de Velde zo intens was dat hij het gesprek met verslaggevers hier in Parijs heeft opgegeven, zette Matthew Immers, de andere helft van het Nederlandse duo, een fervent verdediging van zijn teamgenoot op.

“Ik voel me op mijn gemak bij hem, we zorgen goed voor elkaar”, zei hij. “Ik ben 23 jaar oud, hij is 29 jaar oud. Hij is ook een soort tweede vader voor mij, die mij steunt. Nu gaan we naar de Spelen en het is een groot probleem geworden. Maar al het andere bleef hetzelfde.”

De aanwezigheid in Parijs van Van de Velde, die in maart 2016 schuldig bekende aan drie aanklachten wegens verkrachting van een kind dat hij op Facebook had ontmoet, leidde tot hevige controverses. Hij reisde in augustus 2014, toen hij 19 was, van Nederland naar Groot-Brittannië om zijn slachtoffer te ontmoeten. Terwijl de rechter die hem tot vier jaar gevangenisstraf veroordeelde hem vertelde dat zijn Olympische ambities een “gebroken droom” waren, zijn hij en Immers sindsdien als medaillekandidaten op deze Spelen naar voren gekomen als het elfde team ter wereld.

Maar ondanks dat de belangenorganisaties van de slachtoffers met afgrijzen reageerden op de selectie van de veroordeelde kinderverkrachter tijdens de grootste show in de sport, verdubbelde de Nederlandse delegatie zijn recht om deel te nemen. ‘Het is jammer dat mensen zo over hem praten’, zei Immers. “Ik ken de Steven van vandaag en daar ben ik blij mee. Hij is een zeer goede partner. Hij is goed gezelschap, zowel op als buiten het veld, en dat is voor mij het allerbelangrijkste.”

Ook Pieter van den Hoogenband, de Olympisch zwemkampioen die nu het Nederlandse hoofd van de missie in Parijs is, uitte zijn verbijstering over de kracht van de reactie. “Hij is al heel lang actief in de internationale sport, de wereld van het beachvolleybal”, zegt hij. “Hij presteerde op de wereldkampioenschappen, de Europese kampioenschappen, maar dan zie je dat het rond de Spelen anders is. Dingen zijn overdreven.”

Anticiperend op wereldwijde aandacht voor Van de Velde wanneer zijn wedstrijd zondag begint, in een speciaal gebouwde arena naast de Eiffeltoren, verwijderde het Nederlandse team hem uit interviews en verplaatste hem uit het atletendorp. Maar een media-black-out kan lastig afdwingbaar blijken te zijn en het Internationaal Olympisch Comité, als organisator van het evenement, blootstellen aan beweringen dat het een verkrachter zal beschermen. Een woordvoerder van het IOC zei dat ze niet betrokken waren bij de oproep van Van de Velde en dat er sprake was van “speciale extra bescherming”.

De betrokkenheid van Van de Velde wordt gesteund door het Nederlands Olympisch Comité en de volleybalbond van het land, die volhouden dat hij aan alle toelatingseisen heeft voldaan en dat hij het revalidatietraject onder streng toezicht heeft voltooid. “We hebben geen oogkleppen en we knijpen niet blind”, aldus Van den Hoogenband, die benadrukte dat “er geen sprake van was” om de atleet achter te laten. “Maar hij is een lid van het team en verdient onze steun. Hij reageerde goed en verstandig. We moeten hem helpen presteren.”

Het Nederlandse besluit lokte elders ondubbelzinnige veroordeling uit. Mhairi Maclennan, mede-oprichter van Kyniska Advocacy, die zich inzet voor de bescherming en het respect van vrouwen in de sport, zei: “Het hebben van een veroordeelde verkrachter die zijn land op het wereldtoneel vertegenwoordigt, is niet alleen volledig in strijd met de Olympische idealen en verplichtingen, het schendt ook de visie van het IOC- en over het bouwen van een ‘betere wereld door middel van sport’.”

Joanna Maranhao, coördinator van het Atletieknetwerk voor Veiliger Sport, zei: “Sporters die meedoen aan de Olympische Spelen worden vaak gezien als helden en rolmodellen – Van de Velde mag deze eer niet krijgen.”

De opmerkingen van Immers komen ook nadat rivaliserende landen erop hadden aangedrongen dat ze geen atleten met strafrechtelijke veroordelingen zouden selecteren vanwege het bestaande selectiebeleid, dat aan de individuele nationale Olympische comités wordt overgelaten om te bepalen.

“Als een atleet of staflid die overtuiging zou hebben, zouden ze geen lid van ons team mogen zijn”, zegt Anna Meares, de voormalige wielrenster van de Olympische medaillewinnaar en nu de baas van Team Australia, eraan toevoegend dat ze niet specifiek commentaar zou geven op de de selectiecriteria en -processen van andere teams. “We hebben een strikt beschermingsbeleid binnen ons team.”

Verbreed uw horizon met bekroonde Britse journalistiek. Probeer The Telegraph 3 maanden gratis met onbeperkte toegang tot onze bekroonde website, exclusieve app, geldbesparende aanbiedingen en meer.