De NAVO-bondgenoten beloven 1 miljard dollar om het delen van ruimte-informatie te bevorderen

De staatshoofden poseren dinsdag voor een groepsfoto tijdens een evenement ter viering van het 75-jarig jubileum van de NAVO.
Toename / De staatshoofden poseren dinsdag voor een groepsfoto tijdens een evenement ter viering van het 75-jarig jubileum van de NAVO.

Tijdens hun top in Washington DC deze week hebben de NAVO-lidstaten ruim 1 miljard dollar toegezegd om de uitwisseling van inlichtingen via nationale en commerciële verkenningssatellieten te verbeteren.

De overeenkomst is een verdere stap in de richting van de integratie van ruimtevaartmiddelen in de militaire commando’s van de NAVO. Het volgt op de goedkeuring van een officieel ruimtevaartbeleid in het blok in 2019, waarin de ruimtevaart werd erkend als het vijfde oorlogsdomein naast lucht, land, zee en cyberspace. De volgende stap was de oprichting van het NAVO Space Operations Center in 2020 om toezicht te houden op de ruimtesteun voor militaire NAVO-operaties.

Op 25 juni kondigde de NAVO de oprichting aan van een “ruimteafdeling” in haar Allied Transformation Command, die trends zal identificeren en nieuwe vermogens zal integreren in de veiligheidsstrategie van het bondgenootschap.

Barrières slechten

Op 9 juli werd een nieuwe overeenkomst voor het delen van inlichtingen ondertekend door vertegenwoordigers van 17 NAVO-landen, waaronder de Verenigde Staten, ter ondersteuning van het Bondgenootschappelijk Persistent Surveillance from Space (APSS)-programma. In een verklaring noemde de NAVO de overeenkomst ‘de grootste multinationale investering in ruimtevaartcapaciteiten in de geschiedenis van de NAVO’.

De overeenkomst over het openlijk delen van inlichtingen komt tegen de achtergrond van de reactie van de NAVO op de Russische invasie van Oekraïne. Ruimtecapaciteiten, waaronder bewaking en communicatie op het slagveld, bleken cruciaal voor beide partijen in de oorlog.

“De aanhoudende oorlog in Oekraïne heeft de groeiende afhankelijkheid van inlichtingendiensten van in de ruimte gestationeerde gegevens en middelen verder benadrukt”, aldus de NAVO.

Het programma zal het vermogen van de NAVO verbeteren om activiteiten op land en op zee met ongekende nauwkeurigheid en tijdigheid te monitoren, aldus de alliantie in een verklaring. De 17 partijen bij de overeenkomst hebben ruim 1 miljard dollar toegezegd om het programma de komende vijf jaar naar de implementatiefase te brengen. Zes van de zeventien ondertekenaars exploiteren momenteel hun eigen nationale verkenningssatellieten, of zijn van plan deze te lanceren, terwijl in verschillende andere landen bedrijven gevestigd zijn die commerciële ruimtebewakingssatellieten exploiteren.

Het APSS-programma omvat niet de ontwikkeling en lancering van NAVO-spionagesatellieten. In plaats daarvan zal elk land zich inspannen om observaties van zijn regerings- en commerciële satellieten te delen.

Luxemburg, een van de kleinste lidstaten van de NAVO, heeft een APSS-programma opgezet met een initiële investering van ongeveer $18 miljoen (€16,5 miljoen) in 2023. De NAVO noemde het programma destijds een ‘datagedreven initiatief’, gericht op het verzamelen van inlichtingen om de verspreiding onder bondgenoten te vergemakkelijken en barrières van geheimhouding en bureaucratie te slechten.

“APSS houdt zich niet bezig met het creëren van ruimtevaartmiddelen die eigendom zijn van de NAVO”, schreven functionarissen in een programmafactsheet. “Het zal profiteren van bestaande en toekomstige ruimtevaartmiddelen in geallieerde landen en deze met elkaar verbinden in een virtuele NAVO-constellatie genaamd ‘Aquila’.”

Een ander onderdeel van het programma betreft de verwerking en het delen van inlichtingeninformatie via cloudoplossingen en -technologieën. De NAVO zei dat AI-analysetools ook de groeiende hoeveelheden surveillancegegevens vanuit de ruimte beter zullen beheren en besluitvormers snellere toegang zullen bieden tot tijdgevoelige observaties.

“Het APSS-initiatief kan worden beschouwd als een game changer voor de inlichtingen-, surveillance- en verkenningsactiviteiten van de NAVO. Het zal in grote mate bijdragen aan het opbouwen van de paraatheid van de NAVO en haar afhankelijkheid van andere inlichtingen- en surveillancecapaciteiten verminderen”, aldus Ludwig Decamps, directeur-generaal communicatie- en informatieagentschap van de NAVO.