“Ik zal de troon overdragen aan mijn zoon, kroonprins Frederik”, zei de koningin, die aan tafel zat en een verklaring voorlas tijdens een avonduitzending voor de natie.
Haar 55-jarige zoon zou koning Frederik X worden en zijn in Australië geboren vrouw, prinses Mary, koningin.
In haar toespraak zei Margrethe dat zij vond dat de tijd rijp was om het stokje door te geven. Ze dacht na over de rugoperatie die ze dit jaar onderging en zei dat deze “natuurlijk aanleiding gaf tot nadenken over de toekomst, of het tijd was om de verantwoordelijkheid door te geven aan de volgende generatie. Ik besloot dat dit het juiste moment is”, zei ze.
“De tijd eist zijn tol en het aantal ‘ziektes’ neemt toe. Het kan niet zo vaak worden ondernomen als in het verleden is gelukt”, zei ze.
Margrethe, een welsprekende en populaire koningin, is de langstzittende monarch van Europa na de dood van de Britse koningin Elizabeth II in 2022.
Margrethe staat bekend om haar liefde voor archeologie: ze heeft deelgenomen aan opgravingen in verschillende landen en heeft prehistorische archeologie gestudeerd aan de Universiteit van Cambridge. Ze studeerde ook aan de Universiteit van Aarhus, de Sorbonne en de London School of Economics. Ze staat ook bekend om haar artistieke activiteiten, waaronder werk als illustrator en kostuum- en productieontwerper.
In 2022 veroorzaakte de koningin opschudding toen ze besloot de Deense koninklijke familie te verkleinen door vier van haar kleinkinderen hun koninklijke titels te ontnemen. Ze zei later dat ze had onderschat hoe haar familie over haar beslissing zou denken, maar zei dat het “noodzakelijk was voor de toekomst van de monarchie”.
De Deense premier Mette Frederiksen bedankte de koningin voor haar jarenlange inzet.
“Het is nog steeds moeilijk te begrijpen dat dit het moment is om de troon te veranderen”, zei Frederiksen in een verklaring. ‘Velen van ons hebben nooit een andere monarch gekend. Koningin Margrethe is de belichaming van Denemarken en door de jaren heen heeft ze woorden en gevoelens gelegd over wie we zijn als volk en als natie.”