De Centrale Bank van Libië heeft haar activiteiten opgeschort na de ontvoering van een functionaris

De Centrale Bank van Libië heeft de opschorting van al haar activiteiten aangekondigd nadat een hoge functionaris in de hoofdstad Tripoli was ontvoerd.

In een verklaring veroordeelde de bank zondag de ontvoering van haar directeur informatietechnologie, Musab Msallem.

Ze zeiden dat de heer Msallem zondagochtend door een ‘niet-geïdentificeerde partij’ uit zijn huis was gehaald en dat andere werknemers met ontvoering waren bedreigd.

De centrale bank zegt dat de activiteiten pas zullen worden hervat als Msallem wordt vrijgelaten.

De centrale bank, die onafhankelijk is maar eigendom is van de Libische staat, is de enige internationaal erkende bewaarplaats voor de olie-inkomsten van Libië – een essentieel economisch inkomen voor een land dat al jaren wordt verscheurd tussen twee rivaliserende regeringen in Tripoli en Benghazi.

Volgens persbureau AFP komt het een week nadat de centrale bank werd belegerd door gewapende mannen.

Volgens lokale media, geciteerd door AFP, deden de schutters dit om het aftreden van de gouverneur van de bank, Seddik al-Kabir, af te dwingen.

Tijdens zijn ambtstermijn in 2012 heeft de heer Kabir te maken gekregen met kritiek op het beheer van de olievoorraden en de staatsbegroting.

Sinds de omverwerping en moord op de Libische leider Muammar Gaddafi in 2011. kampte met chronische onzekerheid.

Het land is verdeeld door machtsstrijd en heeft momenteel twee regeringen: één erkend door de VN, gevestigd in Tripoli, en een andere in het oosten van het land, gesteund door krijgsheer-generaal Khalifa Haftar.