Deze onderzoeker wil je hersenen beetje bij beetje vervangen

Hebert weigerde de sessie te beschrijven, die volgens hem niet was opgenomen ‘uit respect voor degenen die de voorkeur gaven aan discretie’. Maar hij pleit voor de cultivering van ongevoelige menselijke lichamen. “Ik praat met al deze groepen omdat niet alleen mijn hersenen langzaam achteruitgaan, maar ook de rest van mijn lichaam”, zegt Ebert. ‘Ik heb andere lichaamsdelen nodig.’

De focus van Héberts eigen wetenschappelijke werk ligt op de neocortex, het buitenste deel van de hersenen dat eruitziet als een stapel extra dikke noedels en waarin de meeste van onze zintuigen, redeneringen en geheugen zijn ondergebracht. De neocortex is ‘waarschijnlijk het belangrijkste onderdeel van wie we zijn als individuen’, zegt Ebert, en ‘misschien wel de meest complexe structuur ter wereld’.

Er zijn twee redenen waarom hij gelooft dat de neocortex vervangen kan worden, maar slechts langzaam. De eerste is bewijs uit zeldzame gevallen van goedaardige hersentumoren, zoals de man die in de medische literatuur wordt beschreven en die een gezwel ter grootte van een sinaasappel ontwikkelde. Omdat de hersenen echter heel langzaam groeiden, konden de hersenen van de man zich aanpassen, waardoor herinneringen naar elders werden verplaatst, en zijn gedrag en spraak veranderden nooit – zelfs niet toen de tumor werd verwijderd.

Dit is het bewijs, denkt Hébert, dat het beetje bij beetje vervangen van de neocortex kan worden bereikt “zonder de daarin gecodeerde informatie te verliezen”, zoals de identiteit van een persoon.

Een andere bron van hoop, zegt hij, zijn experimenten die aantonen dat cellen in de foetusfase kunnen overleven en zelfs kunnen functioneren als ze in volwassen hersenen worden getransplanteerd. Uit lopende medische tests blijkt bijvoorbeeld dat jonge neuronen kunnen worden geïntegreerd in de hersenen van mensen met epilepsie en hun aanvallen kunnen stoppen.

“Alleen al deze twee dingen samen – de plastische aard van de hersenen en het vermogen om nieuw weefsel toe te voegen – zeiden voor mij: ‘Ah, nu moet er een manier zijn'”, zegt Hébert.

“Ik geef de voorkeur aan het leven boven deze langzame degradatie tot niet-bestaan ​​die de biologie voor ons allemaal heeft gepland.”

Eén uitdaging voor de toekomst is hoe vervangende delen van de hersenen kunnen worden geproduceerd, of wat Hebert ‘facsimile’s’ van neocorticaal weefsel noemde. Tijdens een bezoek aan zijn laboratorium met Albert Einstein beschreef Hébert plannen om handmatig stukjes juveniel hersenweefsel samen te stellen met behulp van stamcellen. Die delen, zegt hij, zouden niet volledig ontwikkeld zijn, maar zouden in plaats daarvan vergelijkbaar zijn met wat wordt aangetroffen in een zich nog steeds ontwikkelend foetaal brein. Op die manier kunnen ze na de transplantatie volwassen worden, in je hersenen integreren en ‘klaar zijn om jouw informatie te absorberen en te leren’.