De Amerikaanse journalist Evan Gershkovich werd door een Russische rechtbank veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf wegens spionage, na een geheim proces dat zijn werkgever ‘een schijnvertoning’ noemde.
De verslaggever van de Wall Street Journal (WSJ) werd afgelopen maart voor het eerst gearresteerd tijdens een reportagereis in de stad Jekaterinenburg, ongeveer 1.600 km ten oosten van Moskou, door veiligheidsdiensten.
Aanklagers beschuldigden hem ervan te werken voor de Central Intelligence Agency (CIA). Gershkovich, de WSJ en de VS ontkennen dit met luide stem.
Het is de eerste veroordeling van een Amerikaanse journalist wegens spionage in Rusland sinds het einde van de Koude Oorlog, ruim dertig jaar geleden.
Het proces begon vorige maand en de laatste twee dagen van het proces waren oorspronkelijk gepland voor augustus.
Maar op onverwachte wijze werd de hoorzitting verplaatst naar donderdag, en gerechtsfunctionarissen maakten bekend dat het vonnis vrijdag zou worden uitgesproken.
In de aanklacht beschuldigden de aanklagers mr. Gershkovich (32) dat hij “volgens de instructies van de CIA” handelde om “geheime informatie” te verzamelen over een fabriek die tanks produceert in de regio Sverdlovsk.
De journalist heeft de beschuldigingen resoluut ontkend, en in een verklaring donderdag noemde de WSJ het proces een “schandelijke schijnvertoning” en zijn detentie “dwaasheid”.
Washington beschuldigt Rusland ervan hem als onderhandelingstroef te gebruiken, die zou kunnen worden gebruikt voor een mogelijke uitwisseling van gevangenen met Russische burgers in buitenlandse gevangenissen.
Maar Moskou weet dat de VS bereid zijn een ruil te doen om zijn burgers te bevrijden, en het is bekend dat de twee landen over een dergelijke ruil hebben gesproken.
Russische waarnemers zeggen dat een snelle uitspraak zou kunnen betekenen dat een ruil onvermijdelijk is. Volgens de Russische jurisprudentie vereist de uitwisseling doorgaans dat het oordeel al is geveld.