De tweede dag van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie in Brussel begint vrijdag met de steun van de militaire alliantie aan Oekraïne bovenaan de agenda van de ministers van Defensie.
Voorafgaand aan de tweede gespreksdag zei NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg dat het plan was om “te onderzoeken hoe we onze defensie-afschrikking verder kunnen versterken. De ministers zullen de nieuwe belofte van de defensie-industrie bespreken om de militaire productie te verhogen en de samenwerking op lange termijn met onze industrie te versterken. “
NAVO-landen hebben Oekraïne eerder gesteund via een informele, door de VS geleide groep genaamd de Oekraïense Defensie Contactgroep. Nu zou er echter een stap gezet kunnen worden om die verantwoordelijkheid over te dragen aan de formele NAVO-structuren.
Estland roept op tot hogere defensie-uitgaven
De NAVO heeft al lang de doelstelling dat de lidstaten 2 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie besteden – hoewel tot de Russische invasie van Oekraïne in februari 2022 slechts een handvol leden dit doel heeft bereikt, en velen nog steeds niet.
Tijdens de bijeenkomst zullen ook de uitgaven worden besproken. De Estse minister van Defensie Hanno Pevkur vertelde verslaggevers toen hij vrijdag op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel aankwam dat “2% niet genoeg is.”
Pevkur stelt een doelstelling van 2,5% voor, terwijl Estland momenteel ruim 3% van zijn bbp uitgeeft.
“Als we kijken naar hoeveel Rusland dit jaar momenteel in defensie investeert – bijna 9% van zijn bbp – dan beseffen we allemaal dat als we onze 2% in de NAVO vergelijken, of 3-3,5% in de Baltische landen en Polen, dan moeten we zelfs altijd meer investeren”, aldus Pevkur.
De volgende NAVO-top staat gepland voor juli in Washington.
jsi/sms (dpa, AFP, AP, Reuters)