Marcos uit de Filipijnen zegt dat de regering niet zal meewerken aan het drugsonderzoek van het ICC

De Filippijnse president Ferdinand Marcos jr. zegt dat zijn regering “geen vinger zal uitsteken” om het Internationaal Strafhof te helpen bij het onderzoeken van het brute optreden van het land tegen illegale drugs.

In 2021 startte de rechtbank een officieel onderzoek naar mogelijke misdaden tegen de menselijkheid gepleegd door Marcos’ voorganger Rodrigo Duterte. Ten minste 6.000 mensen op de archipel zijn gedood tijdens de anti-narcoticacampagne van Duterte tijdens zijn termijn van zes jaar, die eindigt in 2022.

Sommige rechtengroepen zeggen echter dat het werkelijke dodental wel 30.000 kan bedragen, inclusief executies door burgerwachten die volgens activisten vaak nauw samenwerken met de politie.

Het ICC stopte zijn onderzoek nadat Manila zei dat het een eigen onderzoek was gestart. De rechtbank zette het onderzoek vorig jaar echter voort en uitte ontevredenheid over het Filippijnse onderzoek. De rechtbank heeft het beroep van Manila om haar beslissing terug te draaien afgewezen.

President Marcos vertelde dinsdag aan verslaggevers dat hij de jurisdictie van het ICC niet erkent en noemde het “een bedreiging voor onze soevereiniteit”. Hij zei dat ICC-onderzoekers het land konden binnenkomen “als gewone mensen”, maar dat ze van geen enkele overheidsinstantie hulp zouden krijgen.

Duterte trok de Filippijnen in 2019 terug uit het ICC nadat de rechtbank een voorlopig onderzoek was gestart naar zijn harde optreden.